Zomer 2023: Via de Sambre en het Canal du Nord naar de Somme

Klik voor een vergroting
Route
   

Nadat we een paar jaar in Nederland waren gebleven, voornamelijk vanwege corona maar ook omdat ons land eigenlijk heel mooi is, leek het ons toch weer fijn om een buitenlandse tocht te maken. We hadden de Sambre al jaren op ons wensenlijstje staan en we zijn er ook al eens een keer geweest, maar tot voor kort was de vaarweg gestremd: bij Vadencourt was het aquaduct over de Oise onklaar geraakt. Je kon dus maar een klein deel bevaren, en moest langs dezelfde weg terug. Tot onze blijdschap hoorden we dat na 15 jaar het aquaduct weer in gebruik was - lang was herstel onzeker - en dat het hele traject weer bevaarbaar was. Het was dus weer mogelijk om een rondje te varen, altijd leuker dan hetzelfde traject twee keer doen. We gingen dit keer via de Belgische Maas en Sambre naar de Franse grens, de Franse Sambre op, dan verder en via het Canal du Nord naar de Somme, een traject heen en terug naar Péronne, en via de Escaut en Bovenschelde terug naar huis.

   
Klik voor een vergroting
Sambre Namen Aanlegkade Sambreville Sluis
   

Bij Namur draaiden we de Sambre op, in tegenstelling tot de meeste andere jachten die de Meuse volgden. Na een traject door de buitenwijken kwam de eerste sluis al gauw in zicht. We waren hier samen met een beroepsschip en de tocht ging erg vlot. Tot Charleroi zijn er nauwelijks aanlegplekken: ook niet bij de sluizen. Maar zover kwamen we de eerste dag niet. Gelukkig vonden we tegen de avond een mooie aanlegkade in Sambreville, waar nog plaats was voor ons. Toen we een eindje gingen wandelen troffen we op de kade een bord aan met een uitgebreid wetsartikel in het Frans. Met de kennis die we hadden van de Franse taal - juridische vaktaal is niet echt ons specialisme - kregen we het vermoeden dat overnachten hier niet was toegestaan: pleziervaartuigen zouden slechts toestemming hebben om hier tussen zonsopgang en zonsondergang enkele uren te verblijven. Vol ongeloof spiedden we om ons heen of er ergens cameramensen van Bananasplit of Candid Camera verstopt zaten, maar het was heus waar: onze Franstalige medepleziervaarders bevestigden onze interpretatie en raadden ons aan om in geval van problemen te doen alsof we geen woord Frans begrepen. Uiteraard zijn we gewoon blijven overnachten - wat moesten we anders? - en gelukkig ongestoord.

   
Klik voor een vergroting
Marpent ligplaats bij de sluis Sluis
   

De tocht over de Belgische Sambre ging verder vlot, we hoefden niet lang te wachten bij de sluizen en we kwamen de schok van de onrechtmatige overnachting al snel te boven. Het is ook anderszins geen mooi traject en we waren blij dat de vaarweg na Charleroi weer wat lieflijker werd, met meer aanlegplaatsen. Het vertrouwde beeld van een sluiswachter die ons vriendelijk te woord stond gaf ons het vakantiegevoel waar we naar verlangden. In de jachthaven van Landelies bleven we een nacht, en de volgende dagen konden we genieten van de mooie Sambre. Op de laatste sluis net voorbij Erquelinnes werden de grensdocumenten in orde gemaakt, en we konden het Waalse gebied verlaten.

   
Klik voor een vergroting
Geavanceerde afstandsbediening
   

Onze eerste aanleg in Frankrijk was in Jeumont, waar de jachthaven jammer genoeg niet onderhouden was. Drinkwater was er niet meer te krijgen, en de electriciteitsvoorziening was buiten werking. Overal lagen glasscherven en er hing wat verveelde jeugd rond. We waren eigenlijk van plan om hier te overnachten, maar we hielden het al gauw voor gezien. Het was intussen avond en we konden nergens meer naartoe, maar gelukkig was er een prachtige aanlegsteiger bij de eerste Franse sluis. Daar konden we de volgende ochtend ook onze afstandsbediening uit een kastje halen, een geavanceerd apparaatje. Instructie over het gebruik ervan vond plaats via de telefooninstallatie op de sluis, waarbij kennis van de Franse taal verondersteld werd, zoals te doen gebruikelijk in Frankrijk. We hebben ervaring met varen in Frankrijk, en het activeren van de sluizen ging probleemloos. We kregen een mobiel telefoonnummer voor het geval er problemen waren, en de ene keer dat we hulp nodig hadden - automatische sluizen raken nogal eens ontregeld - was de VNF binnen een paar minuten ter plaatse. Zoals we van eerdere tochten gewend waren! Alle lof voor de aardige en behulpzame VNFers!

   
Klik voor een vergroting
Boussières-sur-Sambre Bloemenpracht Landelijke rust

Klik op de foto: De was kon lekker drogen in de zon!

   

Op de Franse Sambre waren er veel nieuwe aanlegplekken bijgekomen, vaak bij een sluis. In het stadje Landrécies was pas een prachtige aanlegsteiger met water en stroom in gebruik genomen, alles was piekfijn in orde. Tot onze verbazing lagen we hier alleen, met tegenover ons wat campers als gezelschap, op de ernaast gelegen kampeerplaats. In deze plaats zijn allerlei winkels, dus we maakten tijd om boodschappen te doen. Na Landrécies vaar je over het Canal de la Sambre à l'Oise, het traject waar het 15 jaar lang gestremde aquaduct bij Vadencourt roet in het eten gooide. Jaren geleden zijn we al eens tot Landrécies gekomen, waar toen nog een graskantje was in plaats van een steiger, maar vanwege de stremming zijn we daar toen omgekeerd. Dat hoefde nu niet en vol verwachting vervolgden we onze weg. Het werd echt een prachtige tocht, door mooie natuur, met veel aanlegplaatsen en leuke dorpjes.

   
Klik voor een vergroting
Aanlegplek Nieuwe steiger Kanaal
   

En zo kwamen we al gauw bij het geheel vernieuwde aquaduct waar het allemaal om te doen was. Ja, we konden ons wel voorstellen dat de reconstructie een heel karwei was geweest. Zeker omdat er nog heel veel meer vernieuwd was: sluizen, aanlegplaatsen, voorzieniningen. Er wordt in Frankrijk veel gedaan voor de pleziervaart, en dat waarderen we zeer.

   
Klik voor een vergroting
Vadencourt Aquaduct bij Vadencourt Oud sluiswachtershuisje
   

We bleven een paar dagen in de jachthaven van Chauny - de enige op dit traject en best leuk. In ieder geval konden we hier weer boodschappen doen, en wassen en strijken. We vervolgden onze tocht over het Canal latéral à l'Oise: omdat de Somme onze bestemming was hadden we niet de afslag genomen naar het Canal de Saint-Quentin. Ooit was die route mogelijk, toen was de Somme nog bevaarbaar vanaf Saint-Simon aan het Canal de Saint-Quentin. Nu begint de bevaarbare Somme op het Canal du Nord en stroomt via Péronne naar de monding in Het Kanaal bij Saint-Valéry-sur-Somme. Dit gebied staat bekend onder de naam Baie de Somme, de Baai van de Somme, een indrukwekkend estuarium vol ongerepte natuur.

   
Klik voor een vergroting
Plaatje Sluis Moij-de-l'Aisne
   

Na een aantal geautomatiseerde sluizen op het Canal latéral à l'Oise bereikten we Pont-l'Évêque op de splitsing met het Canal du Nord, waar geen plaats was in de jachthaven, maar wel een vrije aanlegplaats aan de waterkant. De volgende dag was quatorze juillet, een nationale feestdag, en de sluizen werkten niet. We moesten dus geduld hebben voordat we door de eerste sluis op het Canal du Nord konden.

   
Klik voor een vergroting
Pont-l'Évêque Canal du Nord Péronne
   

Het Canal du Nord wordt voornamelijk bevaren door de beroepsvaart, de pleziervaart maakt gebruik van het Canal de Saint-Quentin, waar veel meer plaatsen en aanlegmogelijkheden zijn. Wij hebben daar al vaak gevaren, maar omdat we deze keer naar de Somme wilden was het Canal du Nord de aangewezen vaarweg. We waren benieuwd hoe het zou gaan bij de sluizen - met de afmetingen voor twee aan elkaar gekoppelde spitsen, zoals die daar veel varen. Elke sluis is 6 m. breed en 91 m. lang. Met een zo'n combinatie zit de sluis vol, er kan dan geen jachtje meer bij. Wij probeerden dus op een enkele spits te wachten; we gingen ervan uit dat er niet voor pleziervaart apart geschut werd. Maar dat viel heel erg mee! We konden overal zo ongeveer zonder vaart te minderen de sluis in, ook als we alleen waren. De tocht ging dus fantastisch snel, fijn want er waren bijna geen aanlegplaatsen. Bij de sluizen waren wachtplaatsen voor de beroepsvaart, waar de bolders ver uit elkaar stonden. Helemaal achteraan was ruimte voor een jacht, je lag daar niet in de weg voor de lange dubbele spitscombinaties en schepen met vergelijkbare lengte, die speciaal voor het kanaal gebouwd zijn. De enige jachthaven op dit traject was in Péronne; een enkele steiger in een grote, ondiepe en bijna dichtgegroeide inham. Toch zagen we vanuit de verte wat grotere jachten liggen, het moest dus kunnen en via een plantenvrije vaargeul gingen we voorzichtig richting steiger. Dat lukte, er was nog plaats en we konden water tanken. Maar het was allemaal nogal benard, we houden daar niet van en zochten snel de vrijheid op - langs het kanaal hadden we ook een mooie inham met bolders gezien, vlakbij de afslag naar de Somme, waar we met lange lijnen wel konden aanmeren. Waarschijnlijk niet voor ons bestemd, maar wel een wereldplek!

   
Klik voor een vergroting
De Somme De Somme De eerste sluis Sluiswachter
   

We vertrokken 's morgens naar de Somme, een toegangsweg door ongerepte natuur leidde naar de eerste sluis.De Somme is een vaarweg in Frankrijk, maar is niet onder het beheer van de VNF. Het is een gecompliceerd vaargebied; het deed ons denken aan de Loire, of misschien nog meer aan de Biesbosch. Het is een omvangrijke verzameling waterpartijen, waar een vaarweg doorheen is geconstrueerd. Er is veel informatie te vinden op Internet, ook een vaargids met aanlegplekken en voorzieningen. Men heeft veel werk verzet om het gebeid aantrekkelijk te maken voor toeristen en pleziervaart; de omgeving en de natuur zijn schitterend. De sluizen worden bediend door sluiswachters, die je 's morgens kunt opbellen om de route te bespreken. Een telefoonnummer is te vinden op de eerste sluis, of in de brochure die te downloaden is van Internet. Omdat de Somme een onbevaarbaar gedeelte heeft vanaf het Canal de Saint Quentin en vervolgens deels samenvalt met het Canal du Nord heeft de eerste sluis nummer zeven.

   
Klik hier voor de vaargids van de Somme
   
Klik voor een vergroting
De Somme was bijna dichtgegroeid met waterplanten Plantengroei Aanlegplek  tussen de planten De Somme
   

De sluiswachtster vertelde ons dat we die dag tot sluis 13 konden, maar ons plan was om bij sluis 11 te overnachten. Dit leek ons voor de eerste dag wel genoeg: we waren van plan om een aantal weken op de Somme te blijven en minstens naar Amiens te varen. De sluizen werden vlot bediend, dat was geen probleem. Wel een probleem was de dichte plantengroei in de vaarweg, en dat probleem werd steeds erger. We raakten zo ongeveer verstrikt in de planten en moesten om de tien minuten de wierpot schoonmaken. Er werd hard gewerkt met speciale varende materialen om de route bevaarbaar te houden, maar er was geen doorkomen aan. Op de oevers lagen metershoge stapels waterplanten, en nog steeds zag je amper dat er iets gedaan was. Uit de informatie begrepen we dat de Somme een beschermd natuurgebied is, en dat daar omzichtig mee omgegaan diende te worden. Er was een blauwe kleurstof aan het water toegevoegd om de fotosynthese af te remmen zodat er minder algengroei was; ons viel wel op dat het water ondanks de planten glashelder was.

   
Klik voor een vergroting
De sluizen en bruggen werden  vlot bediend. Prachtig plekje Aanlegplek in de natuur Rust
   

Na onze overnachting bij sluis 11 gingen we de volgende dag vol goede moed op pad naar de volgende sluis. Onderweg belde ik de vaarwegbeheerder op om te zeggen dat we graag een paar sluizen wilden doen tot het plaatsje Corby, waar een mooie aanleg zou zijn met voorzieningen. Wellicht zouden we daar wat langer blijven, om de omgeving te verkennen. Maar tijdens dat telefoongesprek kwam een misverstand aan het licht: toen de sluiswachtster me vertelde dat we tot sluis 13 konden, bedoelde ze niet 'vandaag', maar 'in totaal'. Sluis 13 was gestremd door de dichte plantengroei; we konden niet verder dan daar. Hoe lang het zou duren werd niet helemaal duidelijk, en we besloten om bij sluis 12 terug te gaan en wat langer te blijven op de aanlegplekken die we onderweg gezien hadden. Ik moet ook eerlijk toegeven dat ik er bar weinig voor voelde om nog langer door de planten te zwoegen, en in onzekerheid te blijven over het vervolg van het traject. Dan maar liever optimaal genieten van het korte stukje waar varen nog enigszins mogelijk was. In Cappy was een jachthaven - een graskantje met voorzieningen - en men wilde die duidelijk wel bereikbaar houden. Maar daar zijn we niet gebleven, het lag vol en een eindje verder terug was een veel mooiere vrije aanleg.

   
Klik voor een vergroting
Het had weinig zin om sluis 12 nog te doen; we besloten terug te varen. Mooie huizen op de sluis. Het is een mooie omgeving om te fietsen. Landelijke omgeving.
   

De Somme was meer dan een eeuw geleden het strijdtoneel van de eerste wereldoorlog; het is moeilijk voor te stellen dat deze prachtige natuur toen een heel andere aanblik bood. Tijdens onze fietstochten hier wilden we even de mensen gedenken die het minder goed getroffen hebben dan wijzelf: jonge mensen die geen toekomst kregen, die niet oud mochten worden.

   
Klik voor een vergroting
Eerste Wereldoorlog. Nu zo vreedzaam. Menselijk leed. Moeilijk  toegankelijk gebied.
   

We vonden het jammer dat de Somme zo slecht bevaarbaar was, en we niet verder zijn gekomen dan sluis 11. Een bezoek per boot aan Amiens, Abbeville en Saint-Valery-sur-Somme blijft nog even toekomstmuziek. Maar dat neemt niet weg dat het een mooie tocht was. De terugtocht ging weer via Péronne en het Canal du Nord, waar we het souterrain de Ruyaulcourt, een ruim 4 km. lange tunnel passeerden. De doorvaart is bijzonder vlot en goed geregeld met lichten, en we konden bijna met onze gewone snelheid doorvaren. Het traject bestaat uit twee delen: halverwege is een verbreding waar je in geval van tegenvaart moet wachten. Dit traject is ook met lichten geregeld, in ons geval konden we meteen doorvaren. De vaarweg is breed en diep genoeg om comfortabel te kunnen varen. Wat een verschil met de tunnel in het Canal de Saint-Quentin, waar je met een aantal schepen tegelijk doorheen werd getrokken door een toueur. Om een concentratie van uitlaatgassen te voorkomen mocht je de motor niet gebruiken; het gevolg was een zwierende stoet jachten knotsend tegen de rotsachtige wanden, anderhalf uur lang. Een ware nachtmerrie. Overigens is het fenomeen 'sleeptunnel' verleden tijd op de Franse vaarwegen, zie Le toueur de Riqueval ne touera plus. Vast nog wel in het museum te bewonderen, veel beter zo!

   
Klik voor een vergroting
De tunnel komt in zicht! Het licht ging meteen op groen voor ons. Het was prachtig in de goed verlichte tunnel. De vaarweg is breed en diep genoeg om koers en snelheid te behouden.
             

Het schipperspaar van de Festina Lente.

   

Terug